Sabaidee Laos
Blijf op de hoogte en volg Rick Jonkers en Sanne van de Meerendonk
09 November 2013 | Laos, Ban Phasak
Vanuit Kratie namen we een overvolle minibus naar de grens en na alle formaliteiten stapten we op de volgende bus en daarna een veerboot naar Don Det een eiland in het gebied van de 4000 eilanden in het zuiden van Laos. Een heel relaxed eilandgevoel en nog in echte hippiestijl, reggaebars, en van allerlei gerechten en dranken met happy te krijgen (wiet, valium en opium) maar zonder dit alles kun je je ook heel happy voelen zoals wij hebben ervaren. Fietsje huren, watermeloentje eten, hangmat hangen, lezen, biertjes drinken en de dag laten passeren met vele blikken op de mekong en vele omringende eilandjes. Vanuit Don Det namen we de bus naar Pakse waar we de volgende ochtend alweer vertrokken per motor voor onze tocht door de koffie en rubberplantages van het bolavenplateau. Tijdens onze eerste dag trokken we naar Tad Lo bekend van gelijknamige waterval in het dorp, wij hadden een bamboohut aan de waterval voor nog geen 3 euro per nacht, heerlijk slapen dus. Op de weg er naar toe nog wat watervallen bezocht, want dat is waardoor dit gebied gekenmerkt wordt, watervallen, koffie, thee, rubber en normaal gesproken een klimaat waardoor dit hier te vinden is sinds die sinds de Franse tijd. Normaal gesproken zeg ik want de vier dagen dat wij hier rond reden was het bloedje heet! Onze tweede dag reden we van Tad Lo naar Attapeu, prachtige wegen voerden ons door uitgestrekte rijstvelden met de prachtige bergrug van de Bolaven als gids naast ons. In Attapeu bezochten we een echte Aziatische markt, gekenmerkt door vele dode dieren en ze eten hier echt alles wat beweegt, we zagen ratten, een hele grote otter, hondjes en van allerlei ingewanden waar ze hier dol op zijn, wij hielden het bij baguette. Vanuit Attapeu trokken we naar Paksong wat echt het hart vormt van de koffie plantages, we zagen onderweg het hele proces van het planten van de koffieplantjes tot aan het roosteren van de bonen. Na alles gezien te hebben en een enorme modderige in aanleg zijnde weg (waarin Sanne tot aan haar kuiten vast zat) overleefd te hebben moest de koffie natuurlijk ook geproefd worden. Ik nam heerlijke arabicakoffie en Sanne nam haar cafeïneboost in de vorm van Pepsi, het was een van de heerlijkste koppen koffie van mijn leventje tot nu toe, de versheid, pure aroma's, geweldig maar dat kan ook niet anders met een van de beste bonen ter wereld. Wat verder nog interessant was om te zien hoe de fairtradehandel zijn invloed had op dit gebied, maar eerlijk gezegd was het zeer teleurstellend om nog maar eens te zien dat ook fairtrade weer gewoon een merknaam is voor de grote bedrijven om nog meer geld te verdienen en natuurlijk is het beter dan de gewone koffie's want er blijft wel degelijk een klein gedeelte achter bij de boeren, maar dat geeft ook weer kromme verhoudingen de ene boer (vriendjespolitiek?) zit onder de fairtrade vlag en heeft een dik huis voor lao-begrip en de ander niet en zit nog steeds in zijn houten hutje tegen de maar rijker wordende buur aan te kijken en dan heb ik nog niet eens de koffieplukkers genoemd die een nog kleinere percentage krijgen van de fairtradeprijs. Wat misschien beter zou zijn voor de hele gemeenschap, als er een communitytradelabel zou worden opgezet waardoor er wordt geïnvesteerd in sociale voorzieningen ipv van in een boer maar goed dan blijft er nog minder over voor de grote koffiemerken... Na deze openbaring heb ik nog maar een aantal lokale koppen koffie gedronken;) In Paksong was weinig te doen dus gingen we terug naar onze betoverende bamboohut in Tad Lo. Na onze tocht namen we gelijk de nachtbus naar Vientiane de hoofdstad van Laos, wat niet echt te merken is, het is er nog vrij rustig, geen hoogbouw en geen verkeerschaos. We bleven hier vijf dagen omdat we onze visa voor Myanmar en Thailand er regelden, verder waren er niet echt veel bezichtigingen op wat tempels na en een betonnen repro van de Arc de triomphe. Nu met onze visa op zak vertrekken we naar het noorden van Laos